HUCBALD ONLINE BEDRIJVENWEEK 2021| KENNE PETERS

 

INTERVIEW MET KENNE PETERS



Kenne Peters, afgestudeerd aan het Artez Conservatorium in Arnhem met Muziektheater. Hij bewijst dat de studie die je doet weinig zegt over de mogelijkheden die je later hebt. Al bijna vijf jaar werkt hij als programmeur Klassieke muziek bij het Musis in Arnhem. Door pure interesse en ervaring, beoefend Kenne zijn droombaan. 
(Leestijd: ca 10-12 minuten)

Wat voor werk doe je en hoe ziet een normale werkdag eruit?

 

"Ik ben programmeur Klassieke muziek bij zowel Musis in Arnhem als De Vereeniging in Nijmegen. Bij Musis werk ik al sinds 2016 en sinds januari 2019 bij De Vereniging. Hoe ziet een normale werkdag eruit voor mij? 


Ja, dat is best moeilijk te beschrijven omdat het natuurlijk heel erg verschilt. Het merendeel van mij werk bestaat toch wel uit mailen en bellen. Zeker in de programmeringsfase. Meestal aan het einde van een seizoen of aan het begin van het nieuwe seizoen, dus in september, begin je echt met het programmeren voor het seizoen daarna. Ik werk meestal een jaar tot anderhalf jaar vooruit. 


Het gros van mijn werk bestaat uit het uitzoeken van welke concerten ik graag wil laten zien aan het Arnhemse en Nijmeegse publiek en alle financiële onderhandelingen die daarbij horen. Vervolgens als een deal gesloten is, zorg ik voor de koppeling tussen de marketing en de marketing van de gezelschappen die je boekt of het impresariaten waarbij musici zich hebben aangesloten."

 

Worden Musis en De Vereniging gebeld door gezelschappen en musici of moeten jullie juist zelf veel bellen/mailen om het seizoen vol te krijgen?

 

"Een beetje van beiden. Omdat wij twee grote zalen zijn, het Musis heeft twee zalen - een van 750 stoelen en een van 1000 stoelen – De Vereeniging heeft een grote zaal van 1450 stoelen en een kleine zaal van 220 stoelen. De grote zalen zijn ook relatief gezien groot, als je even kijkt naar het concertgebouw, zij hebben bijvoorbeeld 2000 stoelen. 

Wat we merken is dat veel musici bij ons willen spelen. Ook hebben wij toch een bepaalde naam, een bepaalde status in Nederland en daardoor ook een langdurige relatie met een aantal gezelschappen en musici. Zoals het Nederlands Kamerkoor of het Amsterdams Sinfonietta. Zij treden al jarenlang in eigen series (3 à 4 keer per jaar) op bij ons. Maar wij worden ook vaak actief benaderd door nieuwe gezelschappen of jonge musici met de vraag of wij plek hebben in onze programmering. 


Pynarello is een voorbeeld hiervan. Zij spelen sinds vorig jaar bij ons. Andersom werkt het ook zo en dat is vooral met buitenlandse artiesten die vaak bij impresariaten (agentschappen) zijn aangesloten die voor hen de boekingen proberen te doen voor allerlei zalen in Europa en de rest van de wereld. Als ik een interessante artiest zie dan moet ik daar soms achteraan en dan ligt het ook echt aan de grootte van de artiest en hoe duur het is (of wij het kunnen betalen) of het interessant is voor hen om bij ons op te treden. Je kan je voorstellen dat voor hele grote artiesten wij toch een provinciale zaal zijn. Dan komen ze vaak bij het concertgebouw of bij De Doelen in Rotterdam terecht. Het is dus beiden. We krijgen veel aanbod en we moeten actief actie ondernemen. Soms moet je ook gewoon op pad om mensen te horen in andere zalen om zo inspiratie op te doen."

 

Je moet dus echt in de muziekwereld zitten en een goed netwerk hebben om dit werk te doen?

 

"Ja zeker. Dat is iets wat ik niet had toen ik begon met dit werk. Maar mijn voorganger die hier meer dan 25 jaar gewerkt heeft, had dit wel. Hij heeft ook een jaar met mij samengewerkt en in dat jaar heeft hij mij voorgesteld aan zijn netwerk. Er is ook een aantal impresariaten die met bijna alle zalen in Nederland en België zaken doet. Het werkt ook zo dat sommige artiesten representatie hebben in Nederland en dan een algemeen management in andere landen. De meeste Nederlandse artiesten worden gerepresenteerd door een Nederlands impresariaat maar neem bijvoorbeeld Janine Janssen, zij heeft een tijd bij een groot Engels impresariaat gezeten, Harrison Parrott. Om haar te benaderen moest ik naar een buitenlands agentschap, ondanks dat ze ze Nederlands is. 

 

Nu wijk ik compleet af van je vraag haha

 

Ik heb dus een lange inwerkperiode gehad en natuurlijk is het uitbreiden van je netwerk een ongoingproces. Er komen steeds nieuwe artiesten bij die ons benaderen of bij een agentschap komen. Zo breid je je netwerk steeds verder uit."

 

 

Zit er enige vrijheid in de keuzes die je maakt binnen de programma’s?

 

"Ja zeker! Ik ben wel deels gebonden aan een soort vast stramien. We hebben verschillende series; we hebben een serie oude muziek, we hebben een serie kamermuziek, koormuziek, nieuwe muziek. Dat zijn ongeveer de belangrijkste. En dan zijn er ensembles (bijvoorbeeld Sinfonietta, Nederlands Blazersensemble) die een eigen serie hebben. En deze series probeer je op een bepaalde manier in te vullen. Dus ik ga ervan uit elk jaar binnen de serie koormuziek een romantisch werk wil hebben. Er zit ook heel vaak wat oudere muziek bij, dat is heel vaak vocaal natuurlijk. Ook wil je wat moderne muziek ertussen hebben. Ik probeer dus binnen zo’n serie van 4, 5 of 6 concerten een mix te maken van repertoire. Hier zit ook een soort golfbeweging door het jaar in. Je wilt niet twee weken achter elkaar een koor hebben en dan twee maanden niet. Dit moet een beetje gelijkmatig verspreid zijn. 


Er zijn ook nieuwe concepten die je bedenkt. Ik had bijvoorbeeld afgelopen jaar een Beethoven festival georganiseerd, helaas werd deze gecanceld door de eerste lockdown in maart. Maar ik had daar keuze uit aanbod – ik kreeg een interessante violist en pianist aangeboden die alle vioolsonates deden. Het Nederlands Blazers Ensemble speelde Beethoven 9 in een bepaalde bewerking met een koor, deze had ik als afsluiter van het festival geprogrammeerd. Dus de creatieve vrijheid zit hem vooral in combinaties maken en kijken welke artiesten je wil laten horen, welke artiesten zijn op dit moment interessant genoeg om aan het publiek te tonen. 

Het is soms ook zo dat je graag wilt dat er een bepaald stuk wordt uitgevoerd. Dan benader je de nodige musici en maak je een afspraak dat zij dat stuk gaan repeteren en uitvoeren dat seizoen, dit gaat altijd in overleg."

 

Kunnen wij hieruit begrijpen dat je dit in je eentje doet?

 

"Ja grotendeels wel. Ik heb het geluk dat de directeur van Musis 7 jaar directeur bij een orkest is geweest en opgeleid is als pianist. Hij heeft dus ontzettend veel kennis van zaken. Ik ben dit eigenlijk hobbymatig gaan doen. Ik heb Muziektheater gestudeerd in Arnhem en mijn focus was zang. Vanuit mijn opleiding weet ik dus vrij weinig van pianomuziek of hedendaagse klassieke muziek. Dat zijn dingen die ik mezelf eigen heb gemaakt. 


Ik heb bijvoorbeeld bij een cd-winkel gewerkt waar ik enorm veel heb geluisterd naar verschillende soorten muziek. En in een normale non-corona situatie zit ik in ieder geval twee avonden in de week in onze eigen zaal en ga ik 1 a 2 avonden in de week in andere zalen luisteren. Ook houd ik ervan om biografieën te lezen. Je bouwt gewoon gaandeweg repertoirekennis op.


Er zijn ongeveer 50 concerten in Arnhem en 20 concerten in Nijmegen per jaar. Maar er is ook een orkest met een eigen programmeur die bij ons komt, Phion, ons huisorkest zowel in Arnhem als in Nijmegen. Met hen hoef ik enkel de datum te bespreken en een paar details zodat je elkaar niet in de wielen rijdt. Andere orkesten die ik boek, lopen wel via mij. Dus om een antwoord op je vraag te geven, ja ik doe alles in principe in mijn eentje."

 

Hoe ben je bij deze baan terecht gekomen?

 

"Ik ben afgestudeerd aan het Artez Conservatorium in Arnhem met de studie Muziektheater. Daarvoor heb ik nog Engels gestudeerd aan Universiteit Nijmegen, niet afgemaakt overigens. Bij Muziektheater kwam ik voor het eerst in aanraking met het zelf uitvoeren van klassieke muziek. Ik heb wel heel kort viool gespeeld toen ik 16 of 17 jaar was, maar dat was echt op basisniveau, dus daar kwam weinig moeilijke klassieke muziek bij kijken. Ik heb veel geluisterd naar klassieke muziek – Janine Janssen was ook al in die tijd (toen ik 16 was) mijn held. 


Later toen ik zelf ging zingen en naar het conservatorium ging, ging ik echt zelf dat soort muziek uitvoeren. Ik heb daar ook geleerd om te luisteren naar de manier van uitvoeren. Dus wat betekent het nou als drie verschillende pianisten hetzelfde stuk uitvoeren. Welke verschillen kan je daarin vinden. Ik ben me daar steeds meer in gaan verdiepen en ook mijn eigen klassieke repertoire ging ik uitbreiden – ik ben in koren gaan zingen, onder andere het NSK (Nederlands Studenten Kamerkoor) en ik heb een project bij het grote Omroepkoor gedaan.


Toen ik eenmaal was afgestudeerd wist ik niet zo goed wat ik wilde. Ik wilde heel graag in de muziekwereld blijven, maar had inmiddels wel door dat ik niet uitvoerend artiest wilde zijn. Hiervoor heb je een enorme drive en wilskracht hebben en dat ontbrak er bij mij wel een klein beetje aan. Eerst, heb ik op een kantoor gewerkt bij een platenmaatschappij, Challenge Classics, zij doen klassieke muziek en jazz. Daarna heb ik twee jaar bij de Nationale Opera als figurant gewerkt voor een aantal projecten. Toen hoorde ik via via dat de programmeur klassieke muziek van Musis met pensioen ging en heb ik gesolliciteerd."

 

 

Wat zijn belangrijke aspecten waaraan gedacht moet worden bij het programmeren van klassieke muziek? Dingen die je zelf nog niet wist toen je de baan kreeg.

 

"Het grootste leerproces voor mij waren de financiële onderhandelingen. Als je altijd vanuit de creativiteit en uitvoerende kant gedacht hebt, is dit lastig. Iedereen in deze sector heeft natuurlijk hart voor muziek, maar er moet ook gewoon geld verdiend worden. Het doel is om elk jaar onderaan de streep op nul uit te komen, zo min mogelijk verlies te lijden eigenlijk. Dat is ook precies wat er bij klassieke muziek best wel moeilijk is. Hoe groter het ensemble hoe duurder het ook is, want iedereen die in een orkest of ensemble speelt moet natuurlijk gewoon betaald worden. Niet alleen voor de uitvoering maar het liefst ook voor de repetitietijd. In Nederland hebben we gelukkig een heel subsidiesysteem waar dat deels in gedekt wordt, maar je moet altijd een uitkoopsom betalen aan de mensen die bij je komen spelen. Ik baseer dit in principe altijd op de hoeveelheid mensen die ik verwacht in de zaal en hoe duur de kaartjes kunnen zijn. Natuurlijk is er meer geld beschikbaar voor grotere artiesten en bekende ensembles dan voor beginnende artiesten. Er zijn altijd concerten waarop je verlies maakt. Dat moet je ergens weer terugverdienen. Met dat in het achterhoofd maak ik een begroting voor een seizoen. Dus echt de vraag; hoe haal ik het onderste uit de kan voor onze organisatie zonder andere tekort te doen. Dat heb ik moeten leren toen ik de baan kreeg."

 

 

Wat is het allerleukste aan je werk en wat doen je eigenlijk liever niet?

 

"Het allerleukste zijn de concerten. Erbij zijn, dit kan met 70 concerten per jaar natuurlijk niet altijd. Ik geniet het meest wanneer het muzikale niveau hoog is, er veel publiek in de zaal zit en wanneer iedereen enthousiast naar huis gaat. En vaak drink ik dan nog met musici of contacten een biertje of wijntje naderhand en dan ga ik echt tevreden naar huis. 


Ik moet wel zeggen dat het soms best wel stressvol kan zijn. Je bent met heel veel dingen tegelijk bezig. En dan zijn het dat soort avonden waar ik weer energie uithaal. Dan weet je weer; dit is waar je het voor doet – blije mensen in de zaal, blije musici. Als je dagenlang achter je bureau zit dan kan dat nog wel eens demotiverend werken. Zeker als je niks hebt om naar uit te kijken. Vooral nu is het lastig, omdat ik eigenlijk alleen maar bezig ben met annuleringen, beperkingen en concerten verplaatsen. 


Ik denk dat ik het vergaderen dan minder leuk vind. Er moeten dingen rondom een concert geregeld worden. Zoals, hotels, opbouw, etc. en dat kan soms wel lang duren, maar ik vind het wel gezellig om met collega’s te werken. Ik kan oprecht zeggen dat ik mijn werk echt enorm leuk vind. Muziek is gewoon het leukste wat er is en als je daarmee bezig mag zijn elke dag, word ik daar heel vrolijk van."

 

Welke oplossingen zoekt het Musis voor de corona-periode?

 

"Wij zijn naast een concertzaal ook een theater. We hebben drie programmeurs in dienst; ik, voor de klassieke tak, we hebben een theaterprogrammeur die doet dans, toneel en cabaret en we hebben een popprogrammeur.  Samen zijn wij met onze directie de hele tijd bezig met hoe kunnen we toch zichtbaar blijven. Dit is natuurlijk ook een marketing vraagstuk. Dit doen wij door het uitzenden van streams en toch als er 30 man in de zaal mag zitten, dit mogelijk te maken. Dit betekent helaas wel dat we soms geld bij moeten leggen om mooie concerten te laten zien. Hierdoor moeten we ook goede afwegingen maken. Waarom vinden we het belangrijk om dit concert wél te laten doorgaan en willen wij ons daar samen hard voor maken? Wat willen we meegeven aan ons publiek. Er zit nauwelijks een financiële drijfveer achter dit soort keuzes. Op het moment is er helemaal geen sprake van een financiële drijfveer omdat we dan beter dicht kunnen gaan. Dus het gaat echt om wat wij het publiek mee willen geven en je kan je natuurlijk ook voorstellen dat als een artiest een jaar lang op de bank zit, diegene niet alleen vergeten wordt maar ook dat zijn of haar techniek achteruitgaat. Om die reden proberen we toch zoveel mogelijk mogelijk te maken op dit moment."

 

Heb je zelf veel last gehad van de corona crisis in je werk en hoe heb je dat eventueel opgelost?

 

"Ik heb er vooral persoonlijk last van gehad dat mijn motivatie onder druk kwam te staan. Ik houd écht niet van thuis werken. Ik ben echt iemand die sociaal is, die het leuk vindt om met collega’s en musici contact te hebben. Ik heb er tot nu toe voor gezorgd dat ik in mijn week een aantal sociale dingen inplan. Soms werk ik zelf op kantoor om bij bepaalde overleggen te zijn. Ook omdat op het moment mijn buren aan het verbouwen zijn, dus ik kan zeker niet altijd ongestoord werken hier. Ik probeer vooral vriendschappelijke contacten te onderhouden, dus toch eens in de week een kopje koffiedrinken met iemand of met een collega wandelen hier in de mooie natuur. 


Ik wilde ook nog wel toevoegen dat het oprecht niet leuk is om concerten af te moeten zeggen. Je weet dat musici zitten te rekenen op het geld en dan ben je de boodschapper van slecht nieuws."

 

Ben je in deze periode (corona) ook nog bezig met nieuwe concerten plannen of ligt dat even stil?

 

"In principe begin ik anderhalf tot een jaar van tevoren met het programmeren van het volgend seizoen. Hiervan ben je een half jaar tot driekwart jaar aan het boeken dan volgen de financiële onderhandelingen en wordt de marketing voorbereid en tot slot wordt de brochure gemaakt en de tickets online gezet. Daarna begin je aan het volgende seizoen programmeren. Sommige dingen ben ik dus al wel aan het voorbereiden. Bijvoorbeeld bij een groot tournee van een artiest moet je ver van tevoren plannen omdat zij geen tournee kunnen opzetten als er niet minimaal 10 zalen beschikbaar zijn rond dezelfde periode. Maar bijvoorbeeld voor een kamermuziekconcert kan ik vandaag een pianist bellen en diegene kan volgende week al in de zaal staan – hierbij moet je natuurlijk wel rekening houden met dat het publiek ook op de hoogte is van het concert. 


Op het moment heb ik de helft van het seizoen in de boeken staan, wetende dat er misschien nu nog dingen gaan verplaatsen vanuit dit seizoen. Onze zaalcapaciteit is natuurlijk ook flink gedaald. Ook daardoor kunnen bepaalde dingen die simpelweg te duur zijn voor nu, niet doorgaan. Dit moet dan verplaatst worden naar volgend jaar. Je blijft op het moment steeds sleutelen."

 

 

Wat speelt er momenteel binnen de muziekindustrie waar je graag meer aandacht aan zouden willen besteden?

 

Diversiteit is natuurlijk een speerpunt, niet alleen in de culturele sector maar overal in Nederland. Hier wordt echt nog té weinig aan gedaan. Het is ook moeilijk om daar snelle stappen in te maken. Dat is iets waar wij ons ook echt mee bezig houden met welke artiesten wij uitnodigen. Wij vragen ons continu af; zijn alle culturen, niet alleen die in West-Europa, vertegenwoordigd. Hierbij kijken wij niet alleen naar de mensen die op het podium zitten maar ook naar wat er gespeeld wordt. 


Wat mij enorm opvalt is dat de concertervaring steeds belangrijker wordt. Dit merk ik zeker op onder de jongeren. Over het algemeen ga je niet meer naar een concert van het concertgebouw orkest omdat ze nou zo mooi Beethoven of Mahler spelen maar de ervaring van zo’n concert. Een goed voorbeeld is Pieces Of Tomorrow. Dit is klassieke muziek met een lichtshow, vaak zijn er projecties en er wordt een verhaaltje bij gehouden. Zeker als je weinig affiniteit met klassieke muziek hebt, is de show eromheen heel belangrijk.

 

 

Wij hebben zelf amper of zelfs geen ervaring in het werkveld. En soms kan het wat onbereikbaar en abstract voelen. Wat zou je nog mee willen geven aan ons als studenten?

 

Ik denk dat als je in de muziekindustrie terecht wil komen het wel belangrijk is om een bepaalde zakelijke kant te ontwikkelen. Dit kan ook met cursussen of stages. Wat ik heb geleerd bij de opera toen ik daar als figurant werkte; het is bijna net zo belangrijk om een fijn persoon te zijn om mee te werken als dat het is om kennis te hebben binnen jouw vakgebied. Als mensen het prettig vinden om met je te werken, word je gewoon sneller gebeld. Dan word je teruggevraagd voor dingen en gaat je naam sneller rond. Dus wees sociaal, wees toegankelijk. Natuurlijk is je ervaring, die je bijvoorbeeld opdoet tijdens een stage ook net zo belangrijk. 

 

Dank aan Rosalinde Hauwert voor het fijne contact en Kenne Peters voor een gezellig en leerzaam interview. 

Comments

Popular posts from this blog

HUCBALD ONLINE BEDRIJVENWEEK 2021|POPPODIUM 013 TILBURG

HUCBALD ONLINE BEDRIJVENWEEK 2021| HELGE SLIKKER